rivierdal
Nederlands
![](../I/m/Bergachtig_landschap_met_rivierdal_en_kastelen_Rijksmuseum_SK-A-1443.jpeg)
romantisch rivierdal
Woordafbreking
- ri·vier·dal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rivier zn en dal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rivierdal | rivierdalen |
verkleinwoord | rivierdalletje | rivierdalletjes |
Zelfstandig naamwoord
rivierdal o [1]
- de laagte waarin een rivier stroomt
- Echte stoere jongens en meisjes fietsen natuurlijk ook de eerste 2000 kilometer tot Rome, op de kaarten van Paul Benjaminse, waarbij de route zoveel mogelijk langzaam stijgende rivierdalen volgt.[2]
- Natuurliefhebbers kunnen hier hun hart ophalen. Bij de VVV is een nieuw, Engelstalig boek verkrijgbaar met fietsroutes langs bezienswaardigheden, dorpjes, meren, uitzichtpunten en rivierdalen.[3]
Gangbaarheid
- Het woord rivierdal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rivierdal' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf ROBERT B.P. VAN WEPEREN 05 aug. 2015
- de Telegraaf 07 feb. 2014
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.