ritueel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ri·tu·eel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘volgens de rite’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1872 [1]
  • afgeleid van rite met het achtervoegsel -eel [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ritueel rituelen
verkleinwoord ritueeltje ritueeltjes

Zelfstandig naamwoord

ritueel o

  1. een geheel van vooraf vaststaande en gebruikelijke handelingen
    • Een ritueel bindt mensen tezamen. 
Hyponiemen
Vertalingen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ritueelrituelerritueelst
verbogen rituelerituelereritueelste
partitief ritueelsrituelers-

Bijvoeglijk naamwoord

ritueel

  1. een onderdeel van een ritueel vormend
    • De priester verrichtte de rituele handelingen. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ritueel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.