ritmeester
Nederlands
Woordafbreking
- rit·mees·ter
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘officier van de cavalerie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1588 [1]
- samenstelling van rit en meester [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ritmeester | ritmeesters |
verkleinwoord | ritmeestertje | ritmeestertjes |
Zelfstandig naamwoord
ritmeester m
- (militair) een rang in de hiërarchie bij de cavalerie net boven die van luitenant
Gangbaarheid
- Het woord ritmeester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ritmeester' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.