rioolput
Nederlands
![](../I/m/Rioolputten_(Sewer).jpg)
betonnen rioolputten
Woordafbreking
- ri·ool·put
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van riool zn en put zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rioolput | rioolputten |
verkleinwoord | rioolputje | rioolputjes |
Zelfstandig naamwoord
rioolput m [1]
- een inspectieput die ervoor dient om inspecties in een rioolstelsel uit te kunnen voeren
- In het Groningse Hoogezand zijn vandaag aan het eind van de middag negentig woningen ontruimd vanwege een gaslek dat was ontstaan doordat vuurwerk op straat in een rioolput was gegooid.[2]
- Na een zoektocht naar eten is een wasbeer in de Amerikaanse stad Chicago blijven steken in een rioolput. Dankzij de snelle reactie van voorbijgangers, die tevens een creatieve manier verzonnen om het beest te bevrijden, liep het tafereel met een sisser af.[3]
Synoniemen
- inspectieput
Verwante begrippen
- straatkolk, waterkolk, stalput
Gangbaarheid
- Het woord rioolput staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rioolput' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia Annabel van Gestel 31-DECEMBER-2017
- Tubantia 4 november 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.