rijwoning
![](../I/m/Onroerenderfgoed77662_Zelzate.jpg)
huis uit een reeks tegen elkaar staande huizen
Nederlands
Woordafbreking
- rij·wo·ning
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rij zn en woning zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijwoning | rijwoningen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
rijwoning v
- huis uit een reeks tegen elkaar staande huizen
Gangbaarheid
- Het woord rijwoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rijwoning' herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.