rijgen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rijgen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɛɪɣə(n)/
Woordafbreking
  • rij·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘aan een snoer hechten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1330 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rijgen
reeg
geregen
klasse 1 volledig

Werkwoord

rijgen

  1. overgankelijk met een naald een draad ergens doorvoeren
    • Ze reeg eerst de zoom om te kunnen zien of deze op de juiste lengte was. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rijgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.