afrijgen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·rij·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

afrijgen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afrijgen
reeg af
afgeregen
klasse 1 volledig
  1. een kledingstuk van het lichaam verwijderen dat met een koord vastgemaakt is
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'afrijgen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.