ribbelig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rib·be·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ribbeligribbeligerribbeligst
verbogen ribbeligeribbeligereribbeligste
partitief ribbeligsribbeligers-

Bijvoeglijk naamwoord

ribbelig [1]

  1. met veel hobbels en bobbels
    • "Hou je van cider? Anders heb ik chips voor je. Superchips naturel. Ik weet niet eens waarom ik die dingen koop. Ja, eigenlijk wel. Mijn ex-vrouw en ik hadden ooit een keer ruzie over superchips. Ze droeg die dag een ribfluwelen broek. En ze vroeg zich af waarom ribbelige chips super genoemd worden, maar ribfluwelen broeken vaak oersaai worden gevonden. En sindsdien noemde ze superchips dus geen superchips meer, maar ribfluwelen zoutjes." [2] 
    • Behalve deze soorten ijs bestaan er kwalsterijs, grondijs, landijs, sandwichijs, schotsenijs, paardenijs, getransplanteerd ijs en zee-ijs. En warmevoetenijs: ribbelig ijs waarbij schaatsen over kleine hobbeltjes ‘denderen’, wat voor een goede doorbloeding van de voeten zorgt. De Zweden noemen dit ”kneckebrödis”. [3] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ribbelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Het Parool JAMES WORTHY 15 JUNI 2018 'Mag ik je hand vasthouden?'
  3. Reformatorisch Dagblad Clasina van den Heuvel 19-01-2013 IJs
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.