smout
![](../I/m/Reuzel.jpg)
smout
Nederlands
Woordafbreking
- smout
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vet’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1140 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smout | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
smout m
- afgesmolten buikvet van het varken, gebruikt als broodbeleg, om te braden of als smeermiddel
- smout was de boter voor arme mensen
Gangbaarheid
- Het woord smout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'smout' herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.