restafval
Nederlands
Woordafbreking
- rest·af·val
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rest en afval
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | restafval | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
restafval o
- datgene dat overblijft nadat de gangbare afvalstromen (glas, blik, metaal, papier- en kartonafval, groente-, fruit- en tuinafval (gft), kca/kga en lompen) uit de hoofdstroom genomen zijn
- Er blijft maar weinig restafval over als je de andere afvalstromen apart verzamelt.
Gangbaarheid
- Het woord restafval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'restafval' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.