resident
Nederlands
Woordafbreking
- re·si·dent
Zelfstandig naamwoord
resident m
- (geschiedenis) bestuurder van een groot gebied in het vroegere Nederlands-Indië (rang onder gouverneur(-generaal) en boven assistent-resident)
- Dekker diende toen bij zijn directe chef, de resident van Bantam, Brest van Kempen, een formele aanklacht wegens misbruik van gezag tegen de regent in, en stelde voor hem voorlopig uit Lebak te verwijderen en enige medeplichtigen in hechtenis te nemen, om daarna het gehele complex van misstanden grondig te kunnen onderzoeken. [2]
- (geschiedenis) vertegenwoordiger van de Verenigde Oost-Indische Compagnie in vorstendommen in Zuid-Oost Azië
- Gemerkt hy wyders zig wel byzonder acht jaaren lang op Sumatra onthouden heeft, en aldaar te Aijerbangies, als Resident van de Nederlandsche Oostindische Compagnie, in dienst geweest is, zig bevlytigende om de zaaken van de Compagnie in die streek waar te neemen, zo kan men bovenal des aangaande een naauwkeurig berigt van hem verwagten. [3]
- (verouderd) (diplomatie) vertegenwoordiger van een regering in het buitenland (rang onder gezant en boven zaakgelastigde)
- 't Geval is dat de Hr. Cornelis Hage, eerste Resident der vereenigde Neerlanders aan de Porta, by een zeer swaare Pesttyd, aan den Primo Vizir verlof verzogt, om uyt Constantinopolen naar Pera te verhuyzen;(…) [4]
Opmerkingen
- De termen uit de koloniale periode ([1] en [2] werden ook gebruikt voor vergelijkbare Britse functies.
Afgeleide begrippen
afleidingen met achtervoegsel
|
als tweede lid in samenstelling
|
als eerste lid in samenstelling
|
Gangbaarheid
- Het woord resident staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'resident' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Stuiveling, G. "Multatuli" in: Bork, G.J. van & P.J. Verkruijsse (red.) De Nederlandse en Vlaamse auteurs van middeleeuwen tot heden met inbegrip van de Friese auteurs. (1985) De Haan, Weesp; ISBN 90 228 4565 6; p. 402; geraadpleegd 2018-06-26
- "Beschryving van het Eiland Sumatra door den Heer A. Eschelskroon" in: Vaderlandsche Letteroefeningen. jrg. 5 deel 1 (1783) A. van der Kroe en Yntema en Tieboel, Amsterdam; p. 322/323; geraadpleegd 2018-06-26
- Bidloo, L. Panpoëticon Batavum, kabinet, waar in de afbeeldingen van voornaame Nederlandse dichteren, verzameld, en konstig geschilderdt door Arnoud van Halen, en onder uytbreyding, en aanmerkingen, over de Hollandsche rym-konst. (1720) Andries van Damme, Amsterdam; p. 119 n. † ; geraadpleegd 2018-06-26
Engels
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.