rendez-vous
Nederlands
Woordafbreking
- ren·dez-vous
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘afgesproken samenkomst’ voor het eerst aangetroffen in 1581 [1]
- (samenkoppeling) van het Franse rendez en vous [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rendez-vous | rendez-vous |
verkleinwoord | rendez-voustje | rendez-voustjes |
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- rendez-voushuis
Gangbaarheid
- Het woord rendez-vous staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rendez-vous' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.