rendez-vous

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ren·dez-vous
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘afgesproken samenkomst’ voor het eerst aangetroffen in 1581 [1]
  • (samenkoppeling) van het Franse rendez en vous [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord rendez-vous rendez-vous
verkleinwoord rendez-voustje rendez-voustjes

Zelfstandig naamwoord

rendez-vous o [3]

  1. afgesproken samenkomst, (vooral van geliefden)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • rendez-voushuis
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rendez-vous staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.