rekenaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ke·naar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van rekenen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud meervoud
naamwoord rekenaar rekenaars
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

rekenaar m [1]

  1. (informatica) apparaat waarmee men kan rekenen, computer
  2. (wiskunde) (beroep), iemand die beroepshalve de numerieke wiskunde beoefent
Hyponiemen
  • snelrekenaar, zakrekenaar
Afgeleide begrippen
  • rekenaarster

Gangbaarheid

  • Het woord rekenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord rekenaar rekenaars

rekenaar

  1. computer m; een machine die berekeningen uit kan voeren.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.