reistas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reistas    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɛistɑs/
Woordafbreking
  • reis·tas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reistas reistassen
verkleinwoord reistasje reistasjes

Zelfstandig naamwoord

reistas m/v

  1. rechthoekige afsluitbare zak van stevig materiaal met hengsels bestemd om spullen op reis mee te nemen
  2. buidel met spullen voor uiterlijke verzorging
  3. dim. tant. (plantkunde) benaming voor gebroken hartje Lamprocapnos spectabilis

Gangbaarheid

  • Het woord reistas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Nynorsk

Werkwoord

reistas

  1. verouderde spelling of vorm van reistast van vóór 2012
(verouderd) lijdende vorm van reista en reiste
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.