reiservaring

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reis·er·va·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reiservaring reiservaringen
verkleinwoord reiservarinkje reiservarinkjes

Zelfstandig naamwoord

reiservaring v

  1. iets wat je hebt meegemaakt op reis
    • Dat mijn fototoestel gestolen is was een vervelende reiservaring. 
  1. kennis hebben van het reizen
    • Hij had de hele wereld rondgereisd en had daardoor veel reiservaring. 

Gangbaarheid

  • Het woord reiservaring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.