rehabiliteerde
Nederlands
Woordafbreking
- re·ha·bi·li·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rehabiliteren |
rehabiliteerde
- enkelvoud verleden tijd van rehabiliteren
- Ik rehabiliteerde.
- Jij rehabiliteerde.
- Hij, zij, het rehabiliteerde.
- Ik rehabiliteerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.