regionalisme
Nederlands
Woordafbreking
- re·gi·o·na·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het cultiveren van streektradities’ voor het eerst aangetroffen in 1943 [1]
- afgeleid van regionaal met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regionalisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
regionalisme o
- het cultiveren van streektradities
- (politiek) het streven naar gewestelijke autonomie
Gangbaarheid
- Het woord regionalisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.