regenpijp
![](../I/m/Regenpijp_001.jpg)
Regenpijp
Nederlands
Woordafbreking
- re·gen·pijp
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van regen en pijp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regenpijp | regenpijpen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
regenpijp v/m
- een verticale buis die aan een dakgoot is bevestigd en dient om het hemelwater dat op het dak valt, af te voeren
- De oude zinken regenpijp lekte en is vervangen door een van pvc.
Vertalingen
1. een verticale buis die aan een dakgoot is bevestigd en dient om het hemelwater dat op het dak valt, af te voeren
Gangbaarheid
- Het woord regenpijp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'regenpijp' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.