regaliën
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·ga·li·en
Zelfstandig naamwoord
regaliën mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord regaal, alleen in de betekenis "koninklijk voorrecht"
- (...) de middeleeuwsche opvatting, dat de rivieren en stroomen waren regaliën, waaruit de landsheer zooveel mogelijk profijt moest trekken. [1]
- de uiterlijke tekenen van de soevereine macht van een vorst.
- Deze regaliën zijn geschonken ter versiering van een tot de kerkinventaris behorend Madonnabeeld. [2]
Afgeleide begrippen
- bergregaliën
Gangbaarheid
- Het woord regaliën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'regaliën' herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
31 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Rosenwald, P.H.A. "Langs de wegen." in: De Gids. jrg. 84 deel 2 (1920) P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam; p.145; geraadpleegd 2015-02-15
- Schulte, A.G. De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst. Het Rijk van Nijmegen. Westelijk gedeelte. (1982) Staatsuitgeverij, Den Haag / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist; ISBN 9012028876; p. 22; geraadpleegd 2015-02-15
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.