reddeloos
Nederlands
Woordafbreking
- red·de·loos
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van red, (stam van het werkwoord redden) met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -e- [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | reddeloos | reddelozer | reddeloost |
verbogen | reddeloze | reddelozere | reddelooste |
partitief | reddeloos | reddelozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
reddeloos
- zonder mogelijkheid tot redding
- Nadat hij in het ravijn was gestort was hij reddeloos verloren.
Gangbaarheid
- Het woord reddeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'reddeloos' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.