recette

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  recette    (hulp, bestand)
  • IPA: /rəˈsɛtə/
Woordafbreking
  • re·cet·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord recette recettes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

recette v / m

  1. totaal van de entreegelden die de bezoekers van een voorstelling, evenement of attractie hebben betaald
    • De film ging uit in 4.000 zalen en haalde tot dusver een recette van ruim 5 miljoen dollar. [4]
    • In 1985 bood FC Utrecht tegenstander Helmond Sport zelfs aan in Utrecht te komen voetballen en de recette te delen. [5]

Gangbaarheid

  • Het woord recette staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cette
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  recette     la recette     recettes     les recettes  

Zelfstandig naamwoord

recette v

  1. recept
    Une recette pour conserver les fruits.
    «Een recept voor het inmaken van fruit»
  2. opbrengst, verdienste
    Compter la recette après un spectacle.
    «Na een vertoning de opbrengst tellen»
Overerving en ontlening

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.