recette
Nederlands
Woordafbreking
- re·cet·te
Zelfstandig naamwoord
recette v / m
- totaal van de entreegelden die de bezoekers van een voorstelling, evenement of attractie hebben betaald
- De film ging uit in 4.000 zalen en haalde tot dusver een recette van ruim 5 miljoen dollar. [4]
- In 1985 bood FC Utrecht tegenstander Helmond Sport zelfs aan in Utrecht te komen voetballen en de recette te delen. [5]
Gangbaarheid
- Het woord recette staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'recette' herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- recette op website: Etymologiebank.nl
- "recette" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Zwol, C. van Regisseur Dick Maas: big in Beijing (26 maart 2019) op website: nrc.n; geraadpleegd 2019-04-24
- Hek, R. van 't KNVB-beker is uitgegroeid tot een prijs met prestige (20 april 2018) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-04-24
Frans
Woordafbreking
- re·cette
Woordherkomst en -opbouw
- van Latijn recepta "ontvangsten" [1]
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
recette | la recette | recettes | les recettes |
Zelfstandig naamwoord
recette v
- recept
- Une recette pour conserver les fruits.
- «Een recept voor het inmaken van fruit»
- Une recette pour conserver les fruits.
- opbrengst, verdienste
- Compter la recette après un spectacle.
- «Na een vertoning de opbrengst tellen»
- Compter la recette après un spectacle.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.