ranking

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ran·king
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van ranken

enkelvoud meervoud
naamwoord ranking rankings
verkleinwoord rankinkje rankinkjes

Zelfstandig naamwoord

ranking m

  1. (media) de plaats in een rangorde
    • De ranking van dit ziekenhuis is in verschillende lijstjes van verschillende kranten heel anders. 
  1. (sport) klassement
    • In sporten als honkbal en basketbal worden in Amerika heel veel verschillende rankings bijgehouden. 
Synoniemen
  1. rangplaats, positionering

Gangbaarheid

  • Het woord ranking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.