ranglijst
Nederlands
Woordafbreking
- rangĀ·lijst
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rang en lijst
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ranglijst | ranglijsten |
verkleinwoord | ranglijstje | ranglijstjes |
Zelfstandig naamwoord
ranglijst v/m
- klassement, lijst waarbij de elementen op volgorde van belangrijkheid, kwaliteit of prestatie staan
- In de ranglijst van een wedstrijd staan de beste sporters meestal bovenaan.
Gangbaarheid
- Het woord ranglijst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ranglijst' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.