klassement
Nederlands
Woordafbreking
- klas·se·ment
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onderbrenging in een klasse’ voor het eerst aangetroffen in 1896 [1]
- afgeleid van klasse met het achtervoegsel -ment [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klassement | klassementen |
verkleinwoord | klassementje | klassementjes |
Zelfstandig naamwoord
klassement o
- de rangorde van deelnemers aan een wedstrijd
- De renner die op de hoogste plaats van het algemeen klassement staat bij de Tour de France draagt de gele trui.
Hyponiemen
- bergklassement, eindklassement, jongerenklassement, landenklassement, ploegenklassement, tussenklassement
Gangbaarheid
- Het woord klassement staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'klassement' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.