puck

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • puck
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘schijf bij ijshockey’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1938 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord puck pucks
verkleinwoord puckje puckjes

Zelfstandig naamwoord

puck m

  1. harde rubberen schijf gebruikt bij ijshockey
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord puck staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Zelfstandig naamwoord

puck

  1. puck m; harde rubberen schijf gebruikt bij ijshockey

Spaans

Zelfstandig naamwoord

puck

  1. puck m; harde rubberen schijf gebruikt bij ijshockey
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.