psychoanalyse
Nederlands
Woordafbreking
- psy·cho·ana·ly·se
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘methode waarbij de psychiater het onderbewuste bewust maakt’ voor het eerst aangetroffen in 1924 [1]
- van Duits Psychoanalyse, op te vatten als afgeleid van analyse met het voorvoegsel psycho-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | psychoanalyse | psychoanalyses psychoanalysen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
psychoanalyse v
- (psychologie) stroming in de psychologie, die psychische symptomen wil verklaren vanuit verschijnselen in het bewuste en onbewuste
- (psychologie) vorm van therapie gebaseerd op de psychoanalytische theorie
Afgeleide begrippen
- psychoanalytica, psychoanalyticus, psychoanalytisch
Vertalingen
1. stroming in de psychologie
|
Gangbaarheid
- Het woord psychoanalyse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'psychoanalyse' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.