profclub

Nederlands

lichtreclame voor de profclub Feyenoord Rotterdam
Uitspraak
Woordafbreking
  • prof·club
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord profclub profclubs
verkleinwoord profclubje profclubjes

Zelfstandig naamwoord

profclub v/m

  1. (sport) sportclub waarbijsommige spelers geld verdienen met het beoefenen van hun sport
    • De Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) zal profclubs voortaan ook sportief kunnen bestraffen wanneer een competitiewedstrijd door het toedoen van supporters definitief stilgelegd moet worden. De Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering van de Pro League keurden dinsdag een nieuw reglement goed waarin nu ook puntenaftrek opgenomen wordt. [1] 
    • Passchier, die deze maand 60 jaar getrouwd zou zijn met zijn Coks, wordt geboren in Dordrecht, waar hij later nog een tijdje voorzitter zou worden van de profclub. Hij wordt vader van drie zoons. ,,Geen strenge vader, af en toe wat ongeduldig.” [2] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord profclub staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. de Standaard 03/oktober/2017
  2. Tubantia Dennis Jansen 02-oktober-2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.