procuratie
Nederlands
Woordafbreking
- pro·cu·ra·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘volmacht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1356 [1]
- afgeleid van het Franse procuration (met het achtervoegsel -atie) [2]
- Naamwoord van handeling van procureren met het achtervoegsel -atie [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | procuratie | procuraties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
procuratie v [4]
- volmacht om namens een ander, (bijv. een firma) op te treden
- het bewijsstuk van zo'n volmacht
Gangbaarheid
- Het woord procuratie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'procuratie' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "procuratie" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Wiktionnaire
- procuratie op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.