probleembuurt
Nederlands
Woordafbreking
- pro·bleem·buurt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van probleem zn en buurt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | probleembuurt | probleembuurten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
probleembuurt v/m
- deel van een stad met veel sociaal-economische moeilijkheden
- iet alleen familie en recherche, ook politici, talkshowhosts, zelfs projectontwikkelaars en vloggers eigenen zich zijn drama toe. Regisseur Eric de Vroedt situeerde de zesdelige theaterserie die nu als marathon het land ingaat in de Schilderswijk, de Haagse probleembuurt waar de spanningen regelmatig hoog oplopen. k[1]
- Renny Ramakers (70), oprichter van Droog, wordt gelauwerd om haar inzet voor Dutch Design. Nu zet ze haar visie in om probleembuurten kansen te bieden. 'Je hebt professionals nodig om dromen te vertalen naar concrete ideeën.'[2]
Gangbaarheid
- Het woord probleembuurt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Het Parool SANDER JANSSENS 6 NOVEMBER 2017 Schaamteloze stemmingmakerij rond een verdwenen tiener
- Het Parool MARJOLIJN DE COCQ 22 NOVEMBER 2016 Oprichter Droog: 'De eerste jaren had ik niet het gevoel dat ik serieus werd genomen'
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.