prikken
Nederlands
Woordafbreking
- prik·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
prikken |
prikte |
geprikt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
prikken
- een prik of steek toedienen, met een dun voorwerp doorboren
Hyponiemen
- aanprikken, doorprikken, lekprikken, openprikken, opprikken, verprikken
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een prik of steek toedienen, met een dun voorwerp doorboren
Gangbaarheid
- Het woord prikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'prikken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.