prijsbewust

• Geluid:  prijsbewust    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌprɛizbəˈwʏst /

• prijs·be·wust

• samenstelling van  prijs zn  en  bewust bn 

prijsbewust [1]

1. rekening houdend met wat de prijs van iets is

1. • Maar de valkuil is dat er naast de meest courante pakjes van 20 sigaretten veel varianten bestaan. Zo zijn er goedkopere pakjes van 19 sigaretten op de markt, of pakjes van 22 of 25 stuks, waarbij de prijs per sigaret iets lager is, of pakjes met een iets ander type sigaret. Dat moet de prijsbewuste roker overtuigen. Philip Morris gebruikt die techniek nu ook al voor Marlboro, met de varianten 'True Red' en 'True Blue'. Ook de merken van diverse supermarktketens zijn soms goedkoper. [2] 

1. • Haar maaltijd kost gemiddeld 1,36 euro per persoon. Haar geheim? Koop grote verpakkingen groenten en rijst in zakken van 20 kilo. Ook vlees wordt in bulkverpakkingen aangeschaft. Lauren zorgt altijd voor een voorraad bonen en erwten en vult de maaltijden aan met verse groenten. Dat ze flink bespaart op de boodschappen doet helemaal niets af aan de smaak, benadrukt de prijsbewuste tiener. Ze maakt nog steeds heerlijke spaghetti, curry's en casseroles. [3] 

• Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest prijsbewust(e)" worden gebruikt.[4][5]

• zuinig

• Het woord prijsbewust staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.