priemen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • prieĀ·men

Zelfstandig naamwoord

priemen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord priem
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
priemen
priemde
gepriemd
zwak -d volledig

Werkwoord

priemen

  1. overgankelijk met een priem steken, doorboren
    • Hij heeft wat extra gaatjes in de riem gepriemd. 
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: met priemende ogen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord priemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.