percer
Frans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
percer |
perçais |
percé |
eerste groep | volledig |
Werkwoord
percer
- onovergankelijk, doorbreken, bekendheid krijgen
- overgankelijk, bespeuren, doorzien, ontdekken, iets in de gaten krijgen
- overgankelijk, (metaalbewerking): boren, van een gat
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.