preteritum

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  preteritum    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌpretərˈitʏm/
Woordafbreking
  • pre·te·ri·tum
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘verleden tijd’ voor het eerst aangetroffen in 1806 [1]
  • van Latijn praeteritum [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord preteritum preterita
preteritums
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

preteritum o

  1. (taalkunde) verleden tijd

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord preteritum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   preteritum     preteritumet     preteritum     preteritumen  
genitief   preteritums     preteritumets     preteritums     preteritumens  

Zelfstandig naamwoord

preteritum o

  1. (grammatica) onvoltooid verleden tijd, preteritum

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.