preken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
preken
preekte
gepreekt
zwak -t volledig

Werkwoord

preken

  1. een preek houden
    • In een aantal moskeeën wordt in het Nederlands gepreekt. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • aanpreken, afpreken, bepreken, overpreken, uitpreken
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord preken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Zelfstandig naamwoord

preken mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord preek

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.