prekerig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·ke·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling preken met het achtervoegsel -erig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen prekerigprekerigerprekerigst
verbogen prekerigeprekerigereprekerigste
partitief prekerigsprekerigers-

Bijvoeglijk naamwoord

prekerig

  1. van een manier van spreken dat die lijkt op het houden van een vermaning of preek door een godsdienstleraar of geestelijke
    • U2 bleek vanavond tijdens zijn optreden in de Amsterdamse Ziggo Dome zijn vertrouwde zelf: bombastisch, prekerig, visueel overdonderend en simpelweg heel erg goed. [1] 
    • Even dringt de vergelijking met Project X zich op, al blijkt die niet terecht. Waar die feestfilm de totale anarchie bewierookte, toont Feuten: Het feestje beide kanten van de medaille, zonder prekerig te worden. [2] 
    • Helaas, vega of vegetarische kookboeken zijn of saai, of prekerig en meestal puur vervelend. Hoe anders is de onlangs uitgekomen De Groene Bakplaat! [3] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • prekerigheid

Gangbaarheid

  • Het woord prekerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Tubantia Stefan Raatgever 07-10-18 U2 toont zijn vertrouwde zelf in Ziggo Dome
  2. De Telegraaf MARCO WEIJERS 18 okt. 2013 Filmrecensie| Feuten: Het Feestje
  3. De Telegraaf FELIX WILBRINK 17 okt. 2018 Groente uit de oven
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.