potkachel

Nederlands

potkachel
Uitspraak
Woordafbreking
  • pot·ka·chel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord potkachel potkachels
verkleinwoord potkacheltje potkacheltjes

Zelfstandig naamwoord

potkachel v/m [2]

  1. soort ouderwetse gietijzeren kolenkachel
    • Peter leidt ons naar Café Den Hengst voor een bevoorrading. Dat wielerminnend café dateert uit 1850, het was oorspronkelijk een oude boerderij die doorheen de jaren een dichte lintbebouwing om zich heen zag oprijzen. Rond de Leuvens potkachel voert iedereen gesprekken met iedereen. Hier werd Peter geïnterviewd voor de VRT-reeks 'De Flandriens'. [3] 
    • Een bezoek aan de Museumolen helpt daarbij. Keukentje, woonkamer, potkachel, bedstedes en oude zwart-witfoto's nemen je mee naar een tijd waarin de molenaars elkaar berichten stuurden via de stand van de wieken. Vrolijke én nare berichten, zoals op de dag dat molenaarsvrouw Alie Hoek haar kindje wilde redden, maar zelf door de wieken werd gegrepen. Molenaar Hoek bleef achter met het verdriet en dertien kinderen. [4] 
  1. (pejoratief) iemand met rood haar
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord potkachel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. potkachel op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. de Standaard 31 JULI 2010 Tim Vanderjeugd
  4. Tubantia Hans Avontuur 20-07-2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.