portret
Nederlands
Woordafbreking
- por·tret
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘beeltenis’ voor het eerst aangetroffen in 1662 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | portret | portretten |
verkleinwoord | portretje | portretjes |
Zelfstandig naamwoord
portret o
- schilderij, foto of andere artistieke voorstelling van een persoon
Hyponiemen
- dubbelportret, familieportret, fantasieportret, groepsportret, kinderportret, miniatuurportret, staatsieportret, statieportret, studioportret, zelfportret
Afgeleide begrippen
- portretfoto, portretfotograaf, portretfotografie, portretgalerij, portretkunst, portretrecht, portretschilder, portretstudie, portretteren, portrettist
Vertalingen
1.schilderij, foto of andere artistieke voorstelling van een persoon
Gangbaarheid
- Het woord portret staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'portret' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.