populair
Nederlands
Woordafbreking
- po·pu·lair
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘geliefd’ voor het eerst aangetroffen in 1689 [1]
- afgeleid van het Franse populaire met het achtervoegsel -air [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | populair | populairder | populairst |
verbogen | populaire | populairdere | populairste |
partitief | populairs | populairders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
populair [3]
- bij velen in trek
- De populaire artiest trok veel publiek bij zijn optreden.
- algemeen begrijpelijk (zie bijv. -> populairwetenschappelijk)
Antoniemen
- onpopulair, impopulair
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- razend populair
Gangbaarheid
- Het woord populair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'populair' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.