pomme

Frans
Uitspraak
  • Geluid:  pomme    (hulp, bestand)
  • IPA: /pɔm/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  pomme     la pomme     pommes     les pommes  

Zelfstandig naamwoord

pomme v

  1. (fruit) appel
  1. «Newton vit une pomme tomber d’un arbre.»
    Newton zag een appel uit een boom vallen.
  2. (spreektaal) hoofd [1]
  3. (spreektaal) sukkel, uilskuiken
  1. «Richard, c'est une vraie pomme.»
    Richard is echt lijp. [1]
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

Verwijzingen
  1. Wouw, B. van de Woordenboek populair Frans - Nederlands 2e druk (2014) Uitgeverij Arti-Choc, Breda; p. 164
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.