poederdoos
Nederlands
Woordafbreking
- poe·der·doos
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van poeder en doos
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | poederdoos | poederdozen |
verkleinwoord | poederdoosje | poederdoosjes |
Zelfstandig naamwoord
poederdoos v/m
- (cosmetica) platte doos waarin poeder zit dat het gelaat minder glimmend maakt en soms ook een lichte kleur geeft
- Ze doet een crème op, ("niet te vet, want daar houden onze mannen niet van") en poedert eventueel af met een transparante poeder. "En dan zegt zo'n man vaak, `doe mij maar zo'n poederdoos', want ze weten dat ze in de loop van de dag een glimmend gezicht krijgen." Ook het ontharen van rug, halspartij, (soms) borst en eventueel een stukje van de bovenarmen is, indien gewenst, onderdeel van de anderhalf uur durende gezichts- en rugbehandeling voor heren. "Vrouwen ontharen hun benen en oksels, mannen hun rug. Dat is toch niet gek?"[1]
Gangbaarheid
- Het woord poederdoos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'poederdoos' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Edith Schoots 18 februari 1999
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.