poeder
Nederlands
Woordafbreking
- poe·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | poeder | poeders |
verkleinwoord | poedertje | poedertjes |
Zelfstandig naamwoord
poeder o
- een fijn verdeelde vaste stof
- De meeste poeders zijn kristallijn van aard, maar ook een glas kan gepoederd worden.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
poederen |
poeder
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poederen
- Ik poeder.
- gebiedende wijs van poederen
- Poeder!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poederen
- Poeder je?
Gangbaarheid
- Het woord poeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'poeder' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.