plankzeiler

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plankĀ·zeiĀ·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plankzeiler plankzeilers
verkleinwoord plankzeilertje plankzeilertjes

Zelfstandig naamwoord

plankzeiler m

  1. (sport) een sporter die op een surfplank met daarop een zeil de branding trotseert.
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord plankzeiler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.