plankenkoorts
Nederlands
Woordafbreking
- plan·ken·koorts
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van plank en koorts met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plankenkoorts | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
plankenkoorts v / m
- vrees van iemand die in het openbaar moet optreden
Gangbaarheid
- Het woord plankenkoorts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'plankenkoorts' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.