placenta
Nederlands
Woordafbreking
- pla·cen·ta
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘moederkoek’ voor het eerst aangetroffen in 1727 [1]
- Afkomstig van het Griekse woord plakoeis (accusatiefvorm plakoenta).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | placenta | placenta's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
placenta v/m
- (anatomie) moederkoek, orgaan dat verbinding vormt tussen moeder en de zich ontwikkelende vrucht in de buik van de moeder
Vertalingen
1. moederkoek, orgaan dat verbinding vormt tussen moeder en de zich ontwikkelende vrucht in de buik van de moeder.
Gangbaarheid
- Het woord placenta staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'placenta' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- pla·cen·ta
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Griekse woord plakoeis (accusatiefvorm plakoenta).
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | placenta | placentaen | placentaer | placentaene |
genitief | placentas | placentaens | placentaers | placentaenes |
Afgeleide begrippen
- placenta praevia (forliggende morkake)
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- pla·cen·ta
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Griekse woord plakoeis (accusatiefvorm plakoenta).
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | placenta | placentaen | placentaer | placentaene |
genitief |
Verwante begrippen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.