plaaggeest
Nederlands
Woordafbreking
- plaag·geest
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van plaag en geest
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plaaggeest | plaaggeesten |
verkleinwoord | plaaggeestje | plaaggeestjes |
Zelfstandig naamwoord
plaaggeest m
- een kwelgeest, een demon
- Men zegt dat er in dit kasteel een plaaggeest rondwaart.
- iemand die onophoudelijk plaagt en lastig is
- Het meisje beklaagde zich bij leraar over de plaaggeest die haar tijdens de les aan haar haren trok.
Gangbaarheid
- Het woord plaaggeest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'plaaggeest' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.