piston

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  piston    (hulp, bestand)
  • IPA: /pisˈtɔn/
Woordafbreking
  • pis·ton
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zuiger, ventiel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord piston pistons
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

piston m [3] [4]

  1. (muziek) koperen blaasinstrument met ventielen
  2. ventiel van een koperen blaasinstrument
  3. (motortechniek) zuiger
  4. kruiwagen
Verwante begrippen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord piston staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
62 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

[1] Piston of a combustion engine
[2] Piston of a trumpet
Uitspraak
enkelvoud meervoud
piston pistons

Zelfstandig naamwoord

piston

  1. (motortechniek) zuiger, van een pomp, verbrandingsmotor etc.
  2. (muziekinstrument) ventiel van een koperblaasinstrument
Synoniemen
Verwante begrippen

Frans

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

piston m

  1. (spreektaal) kruiwagen
  1. «Les seules gonzesses qui sont promues dans cette sale boîte sont les salopes qui ont du piston
    De enige vrouwen die in deze gore tent promotie krijgen, zijn de dellen met vriendjes op de goede plek. [1]

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.