pijpajuin
Nederlands
![](../I/m/Scallion.jpg)
pijpajuin
Woordafbreking
- pijp·ajuin
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pijp zn en ajuin zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pijpajuin | pijpajuinen |
verkleinwoord | pijpajuintje | pijpajuintjes |
Zelfstandig naamwoord
pijpajuin m
- kleine frissmakende ui waaraan de groene stengel nog vastzit
- Pijp-ajuin, sinaasappelsap, gember, chilipeper, limoensap, ketjap, knoflook, kardemom, kaneel en kruidnagel mengen. Met dit mengsel de kip insmeren en afgesloten echt acht uur laten marineren. [1]
- Lente-uitjes worden ook wel stengeluitjes genoemd en onze zuiderburen noemen ze pijpajuin. De smaak is fris pittig en doet wel wat aan prei denken. [2]
- Zo heette Sidonia aanvankelijk Sidonie en ging Jerom even als Jeroen door het leven. Ook Wiskes pop Schanulleke had eerst een andere naam: Schalulleke. Niet dat dit in Vlaanderen iets onbetamelijks suggereert; het is Brussels dialect voor pijpajuin (lente-ui), al helpt dat in deze context waarschijnlijk ook niet echt. [3]
Gangbaarheid
- Het woord pijpajuin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pijpajuin' herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- De Telegraaf FELIX WILBRINK 24 mei 2012 Kip in marinade met pijpajuin
- Reformatorisch Dagblad 11-02-2011 Martin kookt hippe nasi
- NRC Marc Reynebeau 28 maart 2013 Toen Suske en Wiske nog ongepolijst waren
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.