pietje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • piet·je
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘munt ter waarde van’ voor het eerst aangetroffen in 1 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord pietje pietjes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

pietje o dim. tant. [4] [5] [6]

  1. hoofdluis (vooral het meervoud)
  2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord piet
  3. (vulgair) penis[7]
Synoniemen
  • [3] charel, jef, jos, sjarel
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [3] Bij zijn pietje gepakt worden/zijn.
bedrogen zijn, in de maling nemen

Gangbaarheid

  • Het woord pietje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.