foef
Nederlands
Woordafbreking
- foef
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | foef | foefen |
verkleinwoord | foefje foefke |
foefjes foefkes |
Zelfstandig naamwoord
foef
- Dit werkt niet. Weet jij daar een foefje voor?
- een uitvlucht, een (kleine) leugen
Uitdrukkingen en gezegden
- [3] Iemand een foefje vertellen.
iemand iets wijs maken
Gangbaarheid
- Het woord foef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'foef' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.