foef

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • foef
enkelvoud meervoud
naamwoord foef foefen
verkleinwoord foefje
foefke
foefjes
foefkes

Zelfstandig naamwoord

foef

  1. (vulgair) vagina
  2. truc, handigheidje
    • Dit werkt niet. Weet jij daar een foefje voor? 
  1. een uitvlucht, een (kleine) leugen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [3] Iemand een foefje vertellen.
iemand iets wijs maken

Gangbaarheid

  • Het woord foef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.